Het rijden
Bij het rijden blijkt dat ook deze open Cooper een grote bijdrage levert aan het rijplezier. Natuurlijk vanwege het cabriogevoel, zeker bij een graadje of 27 en een stralend blauwe hemel zoals op de testdag, maar toch ook zeker vanwege zijn rijgedrag. Het optionele sportonderstel was onder andere verantwoordelijk voor een fantastische wegligging. Een slingerend IJsseldijkje was een perfect decor om de souplesse in de bochten te ervaren. Als een mes door de boter, als een magneet aan het wegdek..... heerlijk! Het 'Freude am fahren' van BMW is zeker ook overgeslagen op deze MINI.
Voor mijn gevoel was deze open MINI wat minder pittig dan de eerder geteste dichte. Op zich ligt dezelfde motor in het vooronder, maar wellicht dat de bijna 100 kg extra, die de verstevigde carrosserie met zich mee brengt, dit veroorzaakt. Toch betekent dit niet dat de Cooper Cabriolet een trage auto is, in tegendeel, maar van dat venijnige wat de dichte Cooper had zijn net de scherpe randjes af en dat is soms wel eens jammer.
Ondanks het feit dat er geen windscherm in de auto aanwezig was, was de wind niet storend aanwezig binnen in de auto bij de gangbare snelheden, maar dat vereist wel dat de zijruiten omhoog blijven. Toch werd het boven de 100 km/u wel behoorlijk fladderig in de auto met vervelende bijgeluiden van klapperende gordels e.d. tot gevolg, maar goed, daar heb je natuurlijk ook geen cabrio voor. Ondanks zijn pit en strakke wegligging, nodigt de auto continu uit tot genieten en dat gaat op zijn best bij kronkelende weggetjes door een mooi landschap met rustige snelheden.
Op een punt viel de cabriolet me toch wel tegen en dat was het zicht naar achteren. Zowel met de kap open als met de kap dicht wordt het zicht erg belemmerd door de 2 grote rolbeugels achterop. En natuurlijk kun je op je buitenspiegels en de aanwezige parkeersensoren achteruit overal komen waar je maar wil, maar even op gevoel met het hoofd over je schouder wordt erg lastig.