Breuk met traditie
De Jaguars van vroeger worden vooral gekenmerkt door een aristocratisch, klassevol ontwerp met veel ronde vormen en een traditionele uitstraling. In 2008 brak het merk met deze traditie door de introductie van de XF. Deze zakensedan zag er opeens een heel stuk strakker en vlotter uit dan de modellen die hem voorgingen. Het was het begin van een nieuw tijdperk voor Jaguar. De I-Pace gaat hierin nog een stapje verder. Natuurlijk is er de elektrische aandrijving, waarover later meer, maar ook is hij voorzien van een behoorlijk onconventioneel en futuristisch ontwerp. Hij houdt het midden tussen een sportieve coupé, een hatchback en een SUV. Toch is hij wel duidelijk herkenbaar als een recente Jaguar: de voorkant is lekker agressief gestyled; met name de Matrix LED-koplampen zorgen hiervoor. De kenmerkende honinggraat-grille is er nog steeds, alhoewel deze nu dicht zit. Het is een welkom designelement dat maakt dat de I-Pace er niet totaal anders uitziet. De achterkant is wat behoudender ontworpen, waarbij vooral de grote LED-achterlichten en de stevig geprononceerde diffuser in het oog springen. Wat verder opvalt is dat de achtersteven behoorlijk hoog is in verhouding tot de achterruit, die schuin en met een bolling op de recht aflopende kofferklep staat. Om het af te maken, staat onze testauto op forse 22 inch wielen die afgewerkt zijn met koolstofvezel.
Het geheel maakt de I-Pace tot een echte nekkendraaier. In de periode dat wij ermee onderweg waren, keek bijna iedereen wel op naar de in het Yulong White gekleurde schicht. Op foto's lijkt de Jaguar misschien relatief klein, maar in het echt is hij behoorlijk groot en vooral breed. Parkeren verloopt hierdoor niet altijd even overzichtelijk. Dit komt met name doordat het vanuit het interieur lastig in te schatten is waar de hoeken van de auto zich bevinden. Gelukkig went dit na een tijdje en staat er een hele batterij aan camera's tot je beschikking om je verder te helpen.