Indrukwekkend
Qua zitcomfort doet de Transporter vooral voorin steeds minder onder voor de gemiddelde personenauto; de ondersteuning is ruim voldoende - ook op langere ritten - en de verstelmogelijkheden zijn dusdanig dat voor veel verschillende posturen een goede zitpositie gegenereerd kan worden. Hoe anders vergaat het je op de achterbank. Voor de passagiers daar zijn drie zitplekken gecreeerd, maar het comfort valt tegen. In rechte lijn gaat het wel goed, want de beenruimte is voldoende en de zittingen zijn niet te hard, maar ook niet te zacht. Wordt er een bocht genomen, dan beginnen de problemen; er is bijna geen zijdelingse steun op zowel de zittingen als de rugleuningen en glij je dus al snel naast de stoel. Hier had het merk wat meer tijd en energie in moeten steken, zeker gezien de positieve ontwikkeling qua zitpositie van de voorste twee zitplaatsen.
Een ander minpunt is de plaatsing van de keuzehendel van de automatische versnellingsbak. Vooral bij langere bestuurders komt de rechterknie in aanraking met de uitstulping waarop de pook is bevestigd, zeker als je over oneffen terrein rijdt. Het aanbrengen van een zachter materiaal aan de zijkant zou dit probleem al grotendeels oplossen. Om toch positief te eindigen, moeten we een compliment geven over de gebruikte materialen. Uiteraard bestaat het interieur uit harde, doch solide plastics. Toch wordt het luxegevoel versterkt door de mooie knoppen - die je ook in een Golf of Passat vindt - en de toepassing van pianolak. Ook voegen zaken als zonneschermen bij de zijruiten voor de passagiers en de kleine naden tussen de verschillende kunststof panelen voor een meer 'premiumgevoel'.