Het rijden
Direct na het starten van de Actyon klinkt naast het relatief rauwe motorgeluid een hoop gepiep in cockpit. Voordat je ook maar enige kans hebt gehad om de auto van de handrem te halen of om je gordel om te doen, klinken direct allerlei waarschuwende signalen om je daar op te wijzen. Als dit nu gebeurt zodra je gaat rollen, dan is dat prima, maar dit is echt wel teveel bemoeizucht. Als dan alles gereed is om te vertrekken, glijdt de Actyon soepel van zijn plek. De automaat schakelt vlot, al gaat dit niet heel geraffineerd. Ook de volgende wisseling van versnelling volgt relatief vlot en ook hier gaat dit relatief traag en gepaard met een schokkende beweging. De overgang naar de vierde en dus hoogste versnelling is daarentegen weer aardig gladjes. Als je niet op het display kijkt, moet je goed je best doen om de overgang te kunnen onderscheiden. In de standaardstand wordt er vlot opgeschakeld en laat teruggeschakeld. Zo kun je vanaf een doorgaande weg terug in de bebouwde kom ervaren dat de automaat bij snelheden net boven de 30 km/u nog steeds de vierde versnelling aanhoudt.
Op de snelweg mis je een vijfde trap toch wel. Nu rijdt je continu hoogtoerig en wanneer je zelfs even wil versnellen voor een inhaalmanoeuvre door middel van kickdown, schakelt de automaat nog even terug naar drie, waardoor je het gevoel hebt met een naaimachientje aan het werk te zijn, zo’n niet imposant hoogtoerig geluidje maakt de motor dan.
Naast de pook van de automaat zit nog een schakelaar om over te gaan naar Winter- of Powermode. De eerste is aanbevelenswaardig bij gladde ondergronden, waar bij de tweede stand aanmerkelijk later wordt opgeschakeld, om meer gebruik te maken van het maximaal beschikbare vermogen. Ook in powerstand is de Actyon geen strepentrekker, maar dat pretendeert hij ook nooit te zijn. Voor het gebruik waar hij voor bedoeld is, heeft de auto voldoende versnellend vermogen.
Op de middenconsole bevindt zich de eerder genoemde draaiknop om te veranderen van aandrijving. Voor het standaardweggebruik is aandrijving op de twee achterwielen voldoende. Je kunt echter overschakelen naar vierwielaandrijving, of zelfs vierwielaandrijving in lage gearing. Hiermee onderscheid deze SUV, zo noemt SsangYong hem zelf ook, zich van de meeste veel verkochte SUV’s. Deze kan namelijk écht het terrein in en is er zelfs op zijn plek. Echt zompige gebieden om eens even flink door de bagger te kunnen zijn er in deze droge dagen weinig meer te vinden, maar in mul zand of tegen een talud op bleek de Acyton geen moeite te hebben met deze offroadomstandigheden. Op zo’n moment krijg je van omstanders ook wel de reactie dat ze niet verwacht hadden dat de auto het aan zou kunnen. Blijkbaar overheerst dan toch de coupélook voor de buitenwacht en verwacht met niet dat de auto over vierwielaandrijving beschikt, laat staan over een kruipversnelling.
Het sturen gaat relatief licht, wat soms betekent dat je wel eens wat te weinig directe communicatie ervaart. Met name in het terrein wil je wel ervaren wat je aan het doen bent, omdat je daar domweg al meer op je gevoel moet rijden. Al scheelt het dat je op zulke plekken toch vaak op lagere snelheden vooruitgaat. Bij wat hogere snelheden mis je de scherpte wel. Een flink bochtig weggetje is geen pretje, omdat je al gauw de neiging hebt af te wijken van de lijn die je in gedachten had. Mede oorzaak hiervan is het nogal stevige overhellen van het hoge koetswerk, waardoor je je soms qua sturen wat moet inhouden, en dan waaier je met name in een korte bocht erg gauw uit naar de naastgelegen rijbaan.
De vering is zoals je bij een auto die hoog op zijn pootjes staat al snel hebt relatief zacht. Op de lange stukken heeft dit met de prettige zitpositie tot gevolg dat je uiterst comfortabel van A naar B kan, maar dit komt de wendbaarheid dus niet altijd ten goede.
Het zicht is door de voor- en zijruiten prima en je hebt goed overzicht, alleen de achterruit heeft door zijn sterke afloop maar een zeer beperkte doorkijk en aangezien de achterkant wel vrij hoog is, kun je soms moeilijk inschatten wat zich achter de auto kan bevinden. Ook de dikke A- en C-stijlen kunnen door hun relatief vlakke ligging nog wel belemmerend zijn voor het zicht rondom.
Na enkele dagen rijden en zo’n 250 km verder, kon de 75 liter metende benzinetank weer met 40 liter bijgevuld worden. Dat is een schrikbarend verbruik van maarliefst bijna 1 op 6. Ik heb nog eens nagekeken of mijn getalletjes en berekening wel klopten, maar die waren correct. Sterker nog: SsangYong geeft in de brochure zelfs gewoon toe dat er 16 liter per 100 km verstookt wordt binnen de bebouwde kom. Hoe je het ook wendt of keert, dat kan natuurlijk vandaag de dag gewoon echt niet meer.