Ff chillen
Stap in de Avenger en het eerste wat je opvalt, is de grote hoeveelheid hard plastic die is gebruikt om het dashboard aan te kleden. Dat maakt het interieur nogal saai. De witte klokken vrolijken de boel wat op, evenals het chroom dat om de draaiknoppen onder het audiosysteem en op de pook zit. Dat audiosysteem klinkt goed, al heeft de bas soms wel de overhand. Wat we wel missen is stuurwielbediening. De draaiknoppen onder de radio zijn makkelijk te bedienen, dat vergt geen studie vooraf. Er zijn genoeg opbergvakken aanwezig waar je je van alles kwijt kan.
Een cool extraatje – typisch Amerikaans trouwens – is de ‘Chill Zone’, een koelvak voor dranken boven het dashboardkastje. Zo blijft jouw Coke – en dat van je medepassagiers – altijd op de juiste temperatuur, dus ook op een bloedhete zomerdag. Dat is wel erg chill, al zeggen we zelf. De Avenger kent sowieso een aardige standaarduitrusting. Cruise-control, centrale portiervergrendeling met afstandsbediening, elektrisch bedienbare ruiten voor en achter en airconditioning. Onze testauto - hij kost net geen dertig mille - is bovendien voorzien van een elektrisch bedienbaar zonnedak.
We hadden het al even over het saaie interieur, maar ’s avonds blijft daar weinig van over. Het plastic verdwijnt in de duisternis en wat overblijft is een fraai schouwspel van verlichte klokken en knoppen. Erg kek, Dodge. Dan de zit en de ruimte. Voorin zijn de zetels hard, maar ondanks dat zitten ze wel goed. Je hebt een zee aan ruimte – vooral in de breedte, iets wat achterin een beetje tegenvalt. Bij een auto van dit formaat verwacht je een hoop hoofd- en beenruimte. Dat komt door de daklijn die nogal stijl afloopt, waardoor je snel met je kruin tegen het dak zit.