Zuiniger en schoner
De nieuwe turbomotor heeft maar één probleem: de oude vijfcilinder 2.5T die hij vervangt was nogal fijn. Een krachtige en vooral karaktervolle motor die mede verantwoordelijk was voor het sportieve imago van de S-MAX. Grote nadeel was echter zijn hoge verbruik en de daarmee gepaard gaande uitstoot. Niet meer passend in deze tijd en derhalve vervangen door de 15% zuinigere en schonere SCTi. Evengoed een heerlijke motor met een opvallend rustige loopcultuur en een lage geluidsproductie. Je mist stiekem wel de roffel van de oude vijfpitter, maar met deze nieuwe turbomotor wordt het stiltecomfort van de S-MAX extra benadrukt en moet je zonder moeite 1 op 11 kunnen halen: utopisch met de verdwenen 2.5T en de tevens uit het gamma genomen ongeblazen 2.3i, die voorheen verplichte kost was als je een benzinemotor met automaat koos.
Met de nieuwe turbomotor blijft de S-MAX gelukkig een bovengemiddeld snelle MPV, die vooral bij hernemingen excelleert. Een turbogat is nauwelijks merkbaar en de Powershift werkt meestentijds prima samen met de SCTi. Opvallend is hoe de Powershift de 300 Nm die tussen 1750 en 4500 toeren beschikbaar is efficiënt gebruikt: terugschakelen zoals veel automaten doen bij flink accelereren doet de Powershift pas als de bestuurder er écht om vraagt. Toch schakelt de in samenwerking met Getrag ontwikkelde Powershift niet zo ongemerkt en fluks als bijvoorbeeld de DSG van VAG. Dat doet het verlangen naar de niet aangeboden combinatie van een handbak met de SCTi groeien. Wat tevens opviel was de versnelling boven de 130 km/h. Tot die snelheid is de S-MAX SCTi Powershift een hele vlotte auto, maar boven deze grens wordt de acceleratie merkbaar gematigd.