Geen slappe hap
Dan is vraag twee natuurlijk hoe het zit met de prestaties. Daar kunnen we clip en klaar over zijn, die zijn voortreffelijk voor zo'n blokje. Met behulp van een turbo wordt er maar liefst 85 pk uit het volume van een halve frisdrankfles geperst en dat is op papier natuurlijk meer dan voldoende voor een compacte karretje. In de praktijk blijkt dit niet anders. Je snort makkelijk mee in het verkeer, maar je kunt in het geval van haast ook prima de linkerbaan aanhouden. Wel is het voor wat meer levendigheid aan te bevelen om het toerental wat hoger te houden en de schakelindicator daarbij dus te negeren. Al zul je op een gegeven moment wel moeten schakelen, want ondanks dat de tellerplaat het rode toerengebied bij 6.000 toeren laat beginnen, grijpt de begrenzer net daarvoor al in. Het is natuurlijk niet economisch, maar qua levendigheid zou je het blokje het liefst steeds tussen de 3.000 en 6.000 toeren per minuut willen houden. Juist omdat de auto zich qua sturen en wegligging leent voor een actieve rijstijl is het af en toe heerlijk om de gang er een beetje in te houden. Wat dat betreft is de Cinquecento absoluut niet een standaard stadsautootje met een soft handling, dat heeft Fiat goed voor elkaar.