Bedreiging voor de gevestigde orde
Wil je concurreren met de 'premiummerken', dan is het belangrijk dat je aandacht schenkt aan het interieur. Niet alleen het ontwerp en de ergonomie moeten in orde zijn, ook de gebruikte materialen moeten top-of-the-range zijn. Over het algemeen worden de binnensten van Audi's bovenaan het rijtje gezet als het gaat om die criteria. Met de komst van de Q50 hebben de Duitsers er een geduchte concurrent bij. Hoewel het dashboard niet enorm spannend is vormgegeven, ziet het er wel erg goed uit. Overal vind je leer en prachtige kunststoffen en de op de middenconsole aangebrachte panelen zijn gemaakt van echt aluminium. Bediening van het navigatie/audiosysteem en dat van de verschillende comfort-, rijgemak- en veiligheidsystemen, geschiedt via een touchscreen. Groot voordeel van de aanwezigheid van twee van deze schermen, is dat je op één scherm de kaart van de navigatie ziet en op de andere voor bijvoorbeeld een andere radiozender kan kiezen. Normaliter is één van beide zichtbaar. De menustructuur is logisch en laat zich intuïtief bedienen, als dat van een smartphone. Door de grotere lengte van de auto, is de binnenruimte voor deze klasse bovengemiddeld. Voorin zit je ruim - maar wel lekker ingenesteld door de hogere middentunnel - en ook achterin kan een bestuurder van 1.90 nog 'achter zichzelf' zitten. Deze ruimte is niet afgesnoept van de bagageruimte, want ook deze is met 510 liter groter dan die van het Duitse drietal.