Twee smaken
In het vooronder van de HR-V zijn twee motoren te verkrijgen. Naast de door ons gereden 130 pk sterke 1.5 benzinemotor, is hij ook leverbaar met de [test=938]bekende/[test] 1.6 i-DTEC. Verlang je een automatische versnellingsbak, dan ben je overgeleverd aan de benzinemotor. Het grootste gedeelte van de kopers van de auto kiest voor deze combinatie. Ook wij waren onderweg met de populaire specs. Op papier is 130 pk ruim voldoende voor een auto van net geen 1.250 kilogram. Toch komt dit vermogen er niet echt uit, waarbij vooral de standaardsprint wat tegenvalt. Volgens Honda zelf moet dit in iets meer dan 11 seconden geklaard worden, maar in de praktijk voelt dat niet zo.
Dit komt vooral door het gebruik van een CVT-automaat. Het karakter van een dergelijke transmissie is dat hij hoog in de toeren gaat zitten als vanuit stilstand om veel vermogen gevraagd wordt. De HR-V is geen uitzondering op die regel. Gejoel is wat je hoort als je bij het verkeerslicht een sprintje uitvoert. Doe je het wat rustiger aan - en zet je de eco-stand aan - dan is de combinatie prettig. Vooral op kruissnelheid is de auto stil en is de motor volkomen trillingsvrij. In de meest zuinige stand zakt de motor sneller in toeren. Van de sportstand moet je afblijven als je comfortabel van A naar B wilt. Wil je toch wat meer omwentelingen - omdat je bijvoorbeeld met een aanhanger rijdt of een steile klim maakt - dan kun je met de flippers achter het stuur zelf invloed uitoefenen.