Niet pittig
Er moet dus echt gewerkt worden in de MX-5 en niet alleen bij het schakelen. Het sturen gaat een stukje zwaarder en directer dan in andere moderne auto's en dat betekent een boel beleving. We zouden zelf wel voor iets bredere en grotere banden gaan, want je merkt dat de testauto bij het ingaan van de bocht een twijfelmomentje heeft. Een soort huppeltje over de hoge wang van de band zorgt voor een oneffenheid bij het insturen. Deze auto verdient een laagprofielband en gelukkig levert Mazda die gewoon op de iets grotere velgen.
Op ieder ander moment stuurt de MX-5 snaarstrak en voel je als bestuurder dat je alle controle in handen hebt. Zoals gezegd is de automatische versnellingsbak binnenkort niet meer leverbaar, maar dat is bepaald geen straf. Het zelf schakelen in de MX-5 is echt een feestje en zowel bak als koppeling zijn behoorlijk vergevingsgezind, zodat het overschakelen heerlijk soepel verloopt. Je moet de 1.5 wel hoog in de toeren jagen om vermogen en koppel vast te houden, wat betekent dat je soms wel twee versnellingen terug moet voor een inhaalactie. Onderin de toeren loopt de motor overigens ontzettend soepel; een rotonde nemen in drie lukt prima zonder te hikken. Maar zowel koppel als paardenkrachten zijn dan ver te zoeken. Het is dan ook jammer dat de tweeliter motor binnenkort verdwijnt, want met 184 pk en 200 Nm voelt de boel echt een stuk pittiger aan dan het toch wat tamme vermogen van 132 pk en 152 Nm van de 1.5. Geheel in de kracht van zijn kunnen biedt de MX-5 met deze motorisering een prima beleving, maar echt snel voelt de auto nooit aan.
Wel voelt de auto bijzonder wendbaar en lichtvoetig, ook in stadsverkeer. De auto weegt nog steeds minder dan 1.000 kg en dat is met alle moderne veiligheidssystemen aan boord echt bewonderenswaardig.
Die wendbaarheid gaat gepaard met best wat comfort.
De demping is vrij stevig, maar niet onprettig. En dat je bochten met bovengemiddelde snelheid kunt nemen zonder overhellen is een fijne bijkomstigheid.