Rijdende mythe
In 1999 presenteerde Volkswagen de Concept D op de IAA in Frankfurt. Menig wenkbrauw werd gefronst, want de auto was bedoeld als aanzet tot een frontale aanval op de bestaande topklasse. Een Volkswagen die het moest opnemen tegen de Mercedes-Benz S-Klasse en de BMW 7 Serie, dat was ongehoord. Alleen al daarom zou je de Phaeton als een rijdende mythe kunnen beschouwen. Niet in de laatste plaats vanwege Ferdinand Piech’s megalomane idee om met de Phaeton alle andere limousines te doen laten verbleken. De toenmalige bestuursvoorzitter en tevens achterkleinzoon van Ferdinand Porsche wilde voor eens en altijd duidelijk maken dat “zijn” Volkswagens niet alleen gezien moest worden als premiumauto’s, maar dat Volkswagen ook de technische know-how en expertise in huis had om een dergelijke auto te bouwen. Bovendien zou Piëch binnen niet al te lange tijd met pensioen gaan en de superieure Phaeton moest tezamen met de 400 kilometer per uur snelle Bugatti Veyron het slotstuk van zijn carrière zijn.
Om de concurrentie te laten verbleken kwam Piëch met een keur aan doelstellingen en eisen waaraan de Phaeton moest voldoen. Het verhaal gaat dat sommige van deze doelstellingen zo absurd hoog waren dat de helft van ontwerp- en ingenieursteam vertrok omdat zij het als onmogelijk achten. Zo moest het mogelijk zijn om achterin een sigaar op te steken terwijl je deze voorin niet zou ruiken en bovendien moest de auto zo extreem stil zijn dat converseren bij een snelheid van 250 km/u mogelijk was zonder je stem ook maar licht te verheffen.