Hard als knäckebröd
En dat lukt aardig. Met een anticiperende en een gedisciplineerde rijstijl laat de boardcomputer een steeds lagere waarde zien. Tijdens acceleraties valt het niet mee om niet asociaal hard op te trekken, de 109pk en 240Nm sterke motor heeft namelijk voldoende pit om de bestuurder op andere gedachtes te brengen. Door de lange overbrengingsverhoudingen duurt het echter wel even voordat het optimale toerengebied wordt bereikt. Dat begint bij zo’n 1.400tpm en eindigt rond de 1.900tpm. Daartussen maakt het fijne koppel van 240Nm zich goed bemerkbaar en spurt de V50 best vlot vooruit. Een scheurijzer is hij daarmee echter niet, daarvoor ontbreken toch de nodige peekaas en is het motorkarakter wat te bokkig. Dat laatste komt met name door het turbogat, dat door de lange verzetten nog wat nadrukkelijker aanwezig is dan gewoonlijk. Onthaastend is de V50 echter bij lange na niet.
Wie slechts rechtuit over de snelweg zoeft zal voldoende comfort ervaren dankzij de lange veerwegen en goede stoelen, sportieve bestuurders komen echter ook aan hun trekken. Op kleine landweggetjes met veel drempels en verschillende bochtcombinaties word duidelijk dat de V50 van een redelijk harde demping is voorzien. Elk kuilgat of drempel wordt hard aan de inzittenden doorgegeven, ongeacht hoe hoog of laag de snelheid ligt. Het voordeel hiervan is dat de koets betrekkelijk weinig overhelt, dat is iets wat je niet meteen verwacht van zo’n gemoedelijke stationcar. Sterker nog, de banden plakken aan het asfalt. Ook de besturing stelt niet teleur en is voldoende direct voor het snellere bochtenwerk. Wie uit een Duitse auto stapt zal in het begin wel even moeten wennen aan die iets wekere weerstand. Door het prettige weggedrag verlang je naar een tijdje toch naar die typische vijfcilinderroffel… desnoods van een D5 diesel.
Dat verlangen word ook versterkt door de prettig schakelende vijfversnellingsbak. Met korte en nauwkeurige slagen floept het korte pookje door de schakelcoulisse heen. Het is een genot om van verzet te wisselen en geen moment rees het verlangen naar een trage Geartronic automaat. Wel zou een zesde verzet een nuttige aanvulling zijn geweest op de verder fijne bak. Hoewel de vijfbak in de DRIVe van veel langere overbrengingen is voorzien, stijgt het verbruik op snelwegtempo te snel aan. Bij 100km/h draait de motor met 1800 toeren per minuut in het vijfde verzet, bij 120 is dat al zo’n 400 toeren meer. De boardcomputer laat bij het hogere tempo onverbiddelijk een fiks hoger verbruik zien wat met een zesde verzet gereduceerd zou kunnen worden. Mede daardoor is het lastig om de met een A-label beloonde fabrieksopgave van 4,0 liter per 100 kilometer te halen. In prachtige zomerse omstandigheden waagden we met de airco aan een poging over meerdere honderden kilometers gloeiend asfalt. Uiteindelijk bleek ons gemiddelde verbruik op een halve liter meer te liggen, wat nog steeds een zeer respectabel cijfer is.