C-Type
Grotendeels verantwoordelijk voor dit easy-to-drive-gevoel is toch wel het krachtige motorblok. Eentje uit de vermaarde - hoe kan het ook anders - XK-reeks. De overwinning in Le Mans werd geboekt met een blok dat in de basis hetzelfde was als die in deze XK140. In de standaarduitvoering was de XK140 al zo krachtig als zijn voorganger - de 120 - in SE-uitvoering. De 140 SE had daar bovenop ook nog eens de C-Type cilinderkop, waarbij het maximale vermogen op maar liefst 210 pk kwam. Een immense hoeveelheid voor een straatauto in die dagen. Overigens staat het getal in de typebenaming voor de maximumsnelheid in mijlen per uur, al blijkt in de praktijk dat het die waarden in de productieversie niet haalbaar zijn. Met een badge op het dashboard wordt duidelijk dat de straatversie een replica is van de auto die wel die 140 mijl per uur haalde.