Berekend op sportieve rijders
De doorrijders onder ons zullen al snel een greep doen naar de 'Sport'-knop op het dashboard. Een druk op deze knop zet de Bravo voelbaar op scherp: de turbomotor reageert een stuk feller en alerter op het gas en voor het sportieve gevoel doet ook de normaal zo sterke stuurbekrachtiging een stapje terug. Bovendien voelt het onderstel wat strakker aan. Zonder al te veel aan comfort in te leveren wordt de Bravo ineens een stuk meer rijdersauto, die zich duidelijk sneller en met meer gevoel en precisie door een bocht laat sturen dan wanneer de sportieve modus is uitgeschakeld. Vooral op kronkelweggetjes, zoals die ook door de uitgestrekte landschappen van Normandië leiden, komt de 'Sport'-knop goed tot z'n recht en biedt de Bravo veel rijplezier. Des te teleurstellender is het dan ook dat de auto in korte, snelle bochten wat last heeft van z'n gewicht. Heel storend is het gelukkig niet, maar je voelt toch dat de koets de neiging heeft om op één oor te gaan hangen. Toch jammer voor wie van een lekker potje sturen houdt, want verder leent de Bravo zich prima voor een dynamische rijstijl. De auto is mooi uitgebalanceerd en lijkt dankzij het fijne sportstuur en een aluminium pedalenset - onderdeel van de Sport - helemaal berekend op sportieve bestuurders. Gevolg van een sportieve rijstijl is wel dat het door de fabriek opgegeven verbruik een utopie blijkt. Gemiddeld noteerden we bij een rustige rijstijl al een verbruik van ruim 1 op 13, waarbij wel moet worden aangetekend dat het verbruik met ingereden motor en op vlakke wegen normaal gesproken gunstiger uitvalt.