Niet bang voor het zware werk
De vierwielaandrijving van de Outlander heeft drie standen: Eco, Auto en Lock. In het eerste geval zal de techniek de aandrijving naar de achterwielen alleen in noodgevallen inschakelen. De 'Auto' stand is aan te raden bij glad wegdek - het zij door modder op de weg, of bij bevriezing van het wegdek. De stand 'Lock' is er voor die gevallen dat de Outlander op onverhard moet rijden. Wil je echt gaan terreinrijden, dan zal de Mitsubishi-dealer je graag een Pajero of L200 verkopen. Toch kan de vierwielaangedreven Outlander je hachje redden als je, net als ondergetekende, in een nieuwbouwwijk een betonwagen treft die de weg verspert en nog "zeker een halfuur" werk heeft. Met de aandrijving in 'Lock' reed de Outlander met groots gemak over een verregende zandweg de nieuwbouwwijk uit. Het moet wel raar lopen, wil je met de Outlander blijven steken.
De vierwielaangedreven Outlanders hebben altijd zeven zitplaatsen. Door de grote wagenlengte is de beenruimte voor de passagiers op de derde zitrij nog heel behoorlijk. De achterbank is in 2/3-verhouding deelbaar en beide delen zijn verschuifbaar. Wanneer de zittingen helemaal achterin niet in gebruik zijn, kun je variƫren met de beenruimte achterin ten faveure van de kofferruimte. Ook zijn beide delen van de achterbank voorzien van een walk-in systeem waardoor de zesde en zevende zitplaats goed bereikbaar zijn via beide achterdeuren. De achterbank is in zijn geheel neerklapbaar: de zittingen klappen voorover waardoor een nagenoeg vlakke laadvloer ontstaat.