Het interieur
Eenmaal plaatsgenomen in de auto doet het interieur niet direct hoogwaardig of bijzonder aan. Na een aantal details te hebben waargenomen blijkt het geheel wel origineel vormgegeven, geen enkele vormen en/of onderdelen zijn in aangepaste vorm in andere auto’s terug te vinden. Aangezien dit in deze tijden gemeengoed schijnt te zijn, is dat op voorhand al een pré. De middenconsole is opgetrokken uit een zilverkleurig stuk kunststof, wat het geheel wat minder eentonig aan laat doen. De rest van het interieur is voorzien van zwart kunststof en stukken stof gelijk aan de stoelbekleding. De materialen doen op het oog niet bijzonder hoogwaardig aan, dit blijken ze gedurende de testrit wel te zijn. Er is zelfs op wegen in de meest erbarmelijke staat geen enkel kraakje waarneembaar, het resultaat van een zeer stijve carrosserie én een goede assemblagekwaliteit van het dashboard en overige interieurdelen. Hetzelfde dashboard is overigens in licht aangepaste vorm gemonteerd in de legendarische Lancer EVO.
De bestuurder kijkt uit op een duidelijk instrumentarium, opgebouwd uit twee grote en twee kleine klokken. Verder is in een aparte vijfde klok een symbool opgenomen om de bestuurder te attenderen op een eventueel aangekoppelde aanhangwagen. Centraal in de middenconsole is een knop opgenomen voor de waarschuwingslichten, duidelijk en handig. De geteste versie, de Inform, is al voorzien van een relatief flinke standaarduitrusting. Zo zijn airconditioning en elektrische ramen rondom standaard. Met behulp van drie draaiknoppen kan de ventilatie en de airco worden geregeld. Het dashboard komt mede door de vormgeving en de uitvoering niet luxe over, rechttoe rechtaan is een betere omschrijving. De ontwerpafdeling heeft hier duidelijk functie voor vorm laten gaan. Waar de auto tevens op achterblijft is het uitblijven van extra’s, al dan niet in de optielijst, welke het rijden net even comfortabeler maken. Dit hoeft geen nadeel te betekenen natuurlijk, al is het opvallend dat concurrerende modellen van andere fabrikanten dit wel aanbieden.
Waar de testauto echter wél in uitblinkt is de geboden ruimte voor een auto in de compacte middenklasse. Zoals bij elke test wordt de ruimte voor- en achterin beoordeelt. Voorin blijkt er een zee van ruimte te zijn, mede te danken aan de hoog opgezette middenconsole. Hierdoor kunnen tevens langbenige bestuurders een comfortabele zit creëren. Achterin plaatsgenomen is er toch verassend veel ruimte over. De testrijder, 1,8 meter lang, heeft ruimte te over als hij achter zichzelf plaatsneemt. Verder blijkt er ook geen gebrek aan hoofdruimte, deze is zowaar nog indrukwekkender voor een stationwagon. Waar de zit- en hoofdruimte indrukwekkend is, daar blijft de bagageruimte iets achter. Volgens opgave is de ruimte onder de bagageafdekking 344 liter, mede veroorzaakt door de lage raamlijn. Met de achterbankleuning neergeklapt wordt dit 1079 liter. Gezien deze waarde ook geldt voor belading tot de raamlijn, is dit niet een volledig realistische waarde.