Vorm volgt functie
We openen het portier van de Ranger Raptor en stappen via de brede treeplank in. Het laatste element ziet er niet alleen stoer uit, maar is door de hoogte van de auto bittere noodzaak. We nemen plaats in stoelen die boven alles comfortabel zijn en voldoende ondersteuning bieden. Een goede zitpositie is gauw gevonden. Het interieur van de Raptor is vooral gericht op functionaliteit. Alle bedieningselementen zitten waar je ze verwacht, maar heel frivool is het allemaal niet. Dit geldt ook voor de gebruikte kunststoffen, die niet per sé mooi zijn maar wel robuust en degelijk aanvoelen. De enorme pook op de middenconsole versterkt deze onverzettelijke indruk. Om het geheel toch nog wat op te leuken is het stuur aan de bovenkant voorzien van een rode indicator, is het interieur op diverse plekken -waaronder het dashboard en de stoelen- voorzien van een blauw contrasterend stiksel en prijkt op de instaplijsten het 'Ford Performance'-logo.
Verder onderscheidt de Ranger Raptor zich van het reguliere model door de elektrisch verstelbare sportstoelen en de 'Raptor'-logo's die her en der te vinden zijn. Het onderscheid is niet alleen cosmetisch van aard, want het instrumentenpaneel is tevens herzien. Waar de Ranger beschikt over één centrale teller, is de Raptor voorzien van twee analoge klokken met een scherm in het midden. Ook zijn er twee grote magnesium flippers achter het stuur gemonteerd, die zelf schakelen in het terrein makkelijk maken. Voor het overige is het interieur vooral herkenbaar Ford. Het SYNC 3-systeem met 8-inch touchscreen werkt goed en alle bedieningselementen zitten op de plek waar je ze verwacht.
