Een luxe bus
In het interieur is het Toyota-logo eigenlijk het enige aspect dat de ProAce onderscheidt van zijn Franse broers. De bedieningselementen en het ontwerp zijn namelijk afkomstig van PSA en duidelijk als zodanig herkenbaar. Wanneer je de bediening van een personenwagen van Toyota gewend bent, zul je in de ProAce even moeten omschakelen. Dat is zo gepiept, want de multimedia en de boordcomputer zitten logisch in elkaar. De navigatie doet zijn werk goed en een telefoon is makkelijk te koppelen. Eigenlijk werkt het zelfs beter dan het eigen systeem van Toyota. Onder het scherm zien we een apart bedieningspaneel voor de klimaatcontrole en een hele batterij aan 'lege' knoppen, die goedkoop ogen. Wanneer we de optielijst erbij pakken ontdekken we dat dit onder meer de knoppen voor de elektrisch bedienbare schuifdeuren zouden moeten zijn.
De testauto is zoals gezegd een Verso, wat betekent dat hij luxer is uitgevoerd dan de reguliere ProAce. De Verso is bij de dubbele cabine altijd uitgevoerd met vijf zitplaatsen. De stoelen zijn in onze testauto bekleed met leer en voorzien van een gestikt diamantpatroon op de zitting. Dit geeft het interieur samen met de bruinkleurige sierlijsten een meer exclusieve uitstraling. Ze zitten bovendien zeer goed. Ook de achterpassagiers komen niets tekort in de Verso. Ze zitten ruim en hebben een panoramadak, eigen klimaatcontrole en klaptafeltjes. De twee schuifdeuren vergemakkelijken bovendien het in- en uitstappen. Desgewenst zijn deze deuren elektrisch te openen en sluiten, maar onze testauto was niet voorzien van die optie. Mocht je extra spullen willen vervoeren, dan zijn de achterste stoelen eventueel ook plat te leggen.
Wel is de afwerking van de Verso voor een luxe personenbus nog niet op het niveau van de Volkswagen Transporter en de Mercedes-Benz V-klasse. Op het dashboard en de deuren treffen we glimmend plastic aan en de armsteun van de voorstoelen voelt niet heel robuust aan. Bovendien was het fijn geweest om ook links van de bestuurdersstoel een extra armsteun te hebben. Nu moet je je arm laten rusten op het harde plastic van de deur, iets wat op langere ritten niet heel aangenaam is. Daarbij zijn de opbergmogelijkheden voorin redelijk beperkt. Het aflegvakje voor de smartphone is vrij ondiep, waardoor de telefoon er tijdens de testperiode een aantal keer uit viel. Bovenop het dashboard bevindt zich een groter aflegvak, maar deze is vrij lastig te bereiken. Aan de passagierskant bevinden zich wel twee ruim bemeten dashboardkastjes, maar de bovenste daarvan is niet verlicht. Dit is niet ideaal in het donker.