Terug in de tijd
Net als bij de kleinere Proace versies hoef je niet veel eigen ontwerptaal bij de Max te verwachten. Dit is natuurlijk een bedrijfswagen die we al heel goed kennen als Opel Movano, Peugeot Boxer en Fiat Ducato. Die laatste geldt als blauwdruk voor de hele familie en het origineel stamt alweer uit 2006. Na achttien jaar is daar dus eindelijk een versie van Toyota, hoewel het merk wel direct profiteert van de uitgebreide facelift die de Stellantis telgen recent ondergingen. Het betekent dat de bus er behoorlijk fris uitziet, met volledige ledverlichting en donkere achterlichten. De jaren zie je er daardoor niet aan af en het ontwerp is voor dit gebruiksvoorwerp toch al van ondergeschikt belang. Het gaat er natuurlijk meer om wat je ermee kunt en daar biedt Toyota lekker veel mogelijkheden voor. Zo is de Proace Max er in drie lengtematen, maar je kunt ook voor een pick-up versie en/of dubbelcabine gaan. Als losse chassiscabine kun je de auto ook met opbouw uitrusten.
Genoeg mogelijkheden dus om de auto precies zo uit te rusten zoals je nodig hebt.
We rijden de versie die goed moet zijn voor ruim 80 procent van de verkopen, namelijk de L3H2. Niet te lang, zodat je prima in stadsverkeer kunt manoeuvreren en toch bakken met laadruimte. De elektrische versie onderscheidt zich natuurlijk door de laadpoort, die op de plek van de brandstofopening zit. Maar buiten dat verschil en de Electric badges zie je het verschil met de brandstofversies niet. Incognito elektrisch dus, in de Proace Max Electric.