Circuitgenen
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is de motor van de 911 GT3 niet afgeleid van de 911 Carrera motor. Het is weliswaar ook een zescilinder boxer, maar het is niet simpelweg een opgevoerde versie van de standaard 911-krachtbron. Zijn wortels liggen namelijk in de racerij. Hij is afgeleid van de motor die in de Porsche 911 GT1 raceauto lag, dat is de auto waarmee Porsche in 1998 de 24-uurs race van Le Mans won, alleen mist hij de turbo’s. Desalniettemin levert dit blok een vermogen van 360pk, wat voor een atmosferische zescilinder erg indrukwekkend is. Bovendien is hij, mede vanwege de titanium drijfstangen, beter bestand tegen hoge toerentallen: de toerenbegrenzer grijpt pas in bij 7.800 toeren per minuut.
De motor is natuurlijk niet het enige waarmee de GT3 zich onderscheidt van zijn huis-tuin-en-keuken broertjes. Zo is het carter afkomstig uit de 911 (993) GT2 raceauto. Ook de versnellingsbak komt uit die GT2, deze bak is voorzien van verstelbare overbrengingsverhoudingen en de duurzaamheid is veel beter dan die van de normale versnellingsbak, wat hem extra geschikt maakt voor circuitrijden. Een ander voordeel van zo’n race versnellingsbak is dat de snel slijtende onderdelen eenvoudig vervangen kunnen worden. Op het circuit is dat noodzaak, maar ook voor een straatauto is het gunstig.
Verder is het onderstel natuurlijk niet ongemoeid gelaten: het onderstel is 30mm verlaagd, de hardheid van de veren is instelbaar en de wielophanging is geschik gemaakt voor het gebruik van racebanden. Daarnaast zijn de remmen een stuk groter dan die van een gewone 911, de remschijven meten zowel voor als achter 330mm in diameter en hun remkracht is zelfs groter dan die van de 911 (993) Turbo. Ook de remklauwen zijn een stuk groter dan die van de Carrera-modellen en zijn elk voorzien van vier zuigers. Tegen meerprijs was het mogelijk om keramische remmen te laten monteren, waarmee deze GT3 de eerste productieauto met zulke remmen was.