Het interieur
Ondanks dat het model alweer sinds 2001 geleverd wordt, is het interieur nog steeds up-to-date. Het dashboard blijkt nog steeds doeltreffend en modern over te komen. De zithouding achter het stuur is verre van sportief te noemen, de bestuurder stelt zichzelf als automatisch een zeer comfortabele positie in. De ruimte voorin is zeer royaal te noemen, mede door de instellingsmogelijkheden van de zetels. Ergonomisch gezien zijn de bedieningsknopjes voor de ventilatie en de klimaatcontrole te laag geplaatst. Op het gebied van de uitrusting blijft er eigenlijk niets te wensen over. Elektrische ramen, klimaatcontrole, een uitgebreid audiosysteem en een navigatiesysteem, het is allemaal standaard. De overige elektronische snufjes als de automatisch inschakelende verlichting en ruitenwissers, de elektronische handrem en de renault-card worden ook standaard geleverd. Wat betreft afwerkingskwaliteit laat Renault in vergelijking met de concurrenten een klein steekje vallen. De naden tussen de diverse interieurdelen zijn gelijkmatig, maar vrij groot. Het voor de Phase II verbeterde materiaal zelf is overigens wel kraakvrij en kwalitatief zeer goed, daar kan het niet aan liggen.
Passagiers achterin zullen minder comfortabel plaatsnemen dan voorin. De beenruimte is maar net aan voor een persoon van 1,85 meter, waarbij de zithouding door de laag geplaatste zitting niet optimaal is. Hoofdruimte is er in de Grand Tour wel voldoende. Waar de beenruimte achterin tegenvalt, valt de kofferruimte weer mee. Met 475 liter onder de afdekhoes is er genoeg ruimte voor de vakantiebagage van een gezin. Na het neerklappen van de, in twee delen neerklapbare, achterbank wordt dit zelfs uitgebreid tot 1515 liter.