R-Tronic
Zoals het een racemonster betaamt, gaat het schakelen vrij bruusk, al hoef je er zelf helemaal niks voor te doen. Je krijgt binnenin toch wel een vleugje van het veranderen van de krachten mee die de aandrijfassen geselen. Toch had er wel iets meer verfijning in mogen zitten. Ook al weten we dat de bekende automaten uit Ingolstadt niet zomaar op zo'n krachtig blok overgezet kunnen worden, je hoopt toch dat de verfijning daarvan hun weg zouden vinden naar deze R-Tronic automaat. Met name de kleine vertraging tussen het opschakelen die ook op lage snelheden voor een knikkende beweging bij de passagier kunnen zorgen, vallen in de categorie vervelend. Los daarvan mag het op het moment van grote prestaties natuurlijk best een beetje lomp zijn. Wanneer de sportstand is ingeschakeld is het verschil eigenlijk niet zo heel groot. Met name wanneer je wat rustiger rijdt merk je het verschil van een hoger toerental en wat meer geluid. Bij de demping is het verschil van de sportstand echter juist wel goed te ervaren. Waar bij sommige auto's de sportknop nog wel eens een placebo-knopje lijkt, wordt de demping behoorlijk straffer zodra de melding 'Fahrwerk Sportmodus ein' in het display verschijnt. In de normale stand is de auto relatief comfortabel, met de nadruk op relatief, maar bij het wisselen naar de sportmodus is werkelijk ieder kiezeltje op het wegdek te voelen.