CDI = dCi
Onze testwagen was de zogenoemde 109 CDI. In het motorenaanbod hebben we dan de middelste te pakken uit het dieselschap. De 108 CDI legt minder vermogen op de plank, terwijl de 111 CDI er juist een schepje bovenop doet. Tot voor kort waren er in ons land geen benzineversies leverbaar. Dat leek wel een smetje op de potentie in de particuliere markt, maar afgelopen maand kwam de mededeling dat de Citan ook leverbaar wordt met een 1.2 benzinemotor die 112 pk levert. Wanneer we de aanduiding op de achterklep een beetje husselen, komen we bij de oorspronkelijke naam van onze testmotor uit. We kennen hem namelijk beter als de 90 dCi, zoals we die eerder tegenkwamen in de Renault Captur en Clio Estate. In de Citan voldoet hij prima. Met name het gemak waarmee hij de acceleratie inzet, terwijl je al in een hoog verzet zit, valt op. Het geluidsniveau van het blok is enigszins beperkt, maar het wordt op de snelweg wel wat meer, evenals de rijwind in open gebied. Echt storend wordt het niet, maar je zou bij 120 km/h wel graag nog een keer willen doorschakelen. Naast de hele Renault-aandrijflijn, hebben de Duitsers toch nog wat eigen techniek aangebracht in het onderstel met wat stuggere dempers en kortere veren. Het maakt dat je je ook in het bochtenwerk nog ‘in control’ voelt, ondanks de hoge koets.
Alle in Nederland verkrijgbare modellen zitten in de 20% bijtelling. Nog eventjes tenminste, want met de huidige specificaties is dat feest per 1 januari aanstaande voorbij. Die belastingkorting is er natuurlijk niet voor niks, het betekent dat de uitstoot en het verbruik dus redelijk beperkt is. Dat kunnen we helemaal beamen, want van ons testgemiddelde van 4,6 liter diesel per 100 kilometer stonden we echt te kijken. Een auto van dit formaat heeft nu eenmaal flink met de elementen te stellen. Mercedes-Benz geeft de BlueEfficiency-techniek de credits, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat de Citan en Kangoo op papier precies dezelfde waarden op de plank legt.