Coupégevoel
Stijlvol: dat is het woord dat naar boven drijft zodra je jezelf in de schitterende GT-stoel laat zakken. Schitterend om te zien én om in te zitten. De gestikte rode Alfa Romeo-logo’s op de hoofdsteunen zien er gewoonweg schitterend uit en behoren tot de vele liefdevolle details die het interieur maken tot wat het is: aantrekkelijk. Daar draagt het instrumentarium ook aan bij. Er wordt niet gesproken over een Engelse term als “rpm”, maar over het Italiaanse “giri”. Sfeerverhogende items? Zeker! Kitscherig? Misschien ook wel een beetje. De meters staan in een sportieve opstelling met de wijzers op een verticaal nulpunt en is er gekozen voor een meteropstelling in een cluster. De klokkenwinkel is echt een separaat gedeelte van het dashboard en kent een frivoliteit van het chique soort.
Ook het stuur heeft weer die rode stiksels, waarmee het leder is vastgenaaid. Erg smaakvol en dat denk je steeds wanneer je door het interieur kijkt. Details hebben aandacht gehad en zeker het algehele charisma van de binnenzijde doet de inzittenden veel goeds. Des te spijtiger dan ook dat de afwerking van het interieur niet meer van deze tijd is. De naad van bijvoorbeeld het dashboard naar het portier is dusdanig ongelijk dat je vinger er aan de bovenkant tussen kan, maar dat er aan de onderzijde al bijna geen creditcard meer tussen past. Bovendien is het een gemiste kans dat Alfa het interieur van de 147 bijna volledig heeft overgenomen. Niet dat het interieur in die auto niet mooi is, maar enige onderscheiding was wel op zijn plaats geweest.
Voorin heb je echt het coupégevoel. Je zit in een geborgen positie met kleine ruitjes en hebt net voldoende ruimte om de auto om je heen gesmolten te voelen. Achterin kan men ook aardig zitten, zij het voor korte afstanden. Het hoofd zit snel tegen het dak aan en de beenruimte houdt ook niet over. Het gaat en daar is het mee gezegd. Een klassieke 2+2 in feite met een forse kofferruimte, dat via de derde deur uitstekend toegankelijk is.