Listig kontje
Dit is één van de betere voorwielaandrijvers, dat is een ding dat zeker is. Ford maakt goede voorwielaangedreven auto’s en Peugeot trompettert ook een leuk deuntje mee, maar deze Alfa Romeo rijdt toch echt heel anders. Waar Ford vooral bekend staat om de goede besturing en de scherpte, daar heeft Alfa veel meer gedaan. Alfa’s zijn sowieso al goed rijdende voorwielaandrijvers, maar met het Q2-systeem krijg je een extra traktatie. Gooi de auto iets harder dan normaal een bocht in en lift het gas een beetje, want dan krijg je een overstuurd karakter. Wat dan gebeurt is voorspelbaar: het kontje komt eventjes naar buiten zetten. Dat is toch wel erg leuk als je houdt van sturen en in de verte doet het zelfs enigszins denken aan de Alfa 75. Opwindend!
De Alfa blijft normaliter heel erg neutraal en zonder onderstuur de bocht doorgaan en dat merk je vooral bij doordraaiers zoals opritten van de snelweg. Houd het gas erop en de auto trekt fabuleus een bocht door zonder dat je grip dreigt te verliezen: absoluut een gewin van het differentieel. De bochtensnelheden kunnen daardoor echt heel hoog liggen en rotondes neem je met korte stuurbewegingen en gezwinde spoed. Heerlijk om op die manier het Alfa-gevoel weer te krijgen!
Dat gevoel verdwijnt toch een beetje als je het motorgeluid van deze GT hoort. Het Q2-systeem is helaas voorbehouden aan de dieselversie, terwijl juist een lekkere benzinemotor het systeem extra tot glans laat komen. Niet dat er iets mis is met deze JTD, maar zoals alle diesels kent ook deze motor een turbogat en blijft het geluid altijd aanwezig. Wat wel genoemd mag worden is de enorme soepelheid van dit 305 Nm leverende blok. Vijftig in de vijf is geen enkel probleem en de auto pakt dan zonder trillingen eenvoudig op. Heerlijk schakellui rijden is dus een gunstig aspect van deze auto. Dat is eigenlijk ook helemaal niet erg, want de bediening van de koppeling en de bak vergt nogal wat gewenning en een zekere aandacht. De koppeling moet volledig worden ingetrapt en dat is bij de GT een behoorlijke trap op het aluminium pedaal. Vervolgens moet je de versnelling met beleid inleggen, want boterzacht schakelt deze Bella niet. Hierbij moet aangetekend worden dat het testexemplaar nog maar 2500 kilometer had gereden, waarvan veel op het circuit.
De prestaties van deze auto zijn echter fors en je merkt dat de 305 Newtonmeters er na de 2000 toeren behoorlijk inhakken. Als de turbo erin komt gaat de auto als een speer vooruit, maar subjectief verwacht je meer. Het gaat zonder veel drama, maar objectief gezien gaat de Alfa heel lekker vooruit. Een sprint van 80 naar 120 in een dikke zes seconden is gewoon dusdanig dat je er een Boxster mee bijhoudt. Uiteraard haal je dan niet het opgegeven verbruik van 1:14.9, maar als je normaal met de GT door het verkeer suist dan verbeter je die opgave zonder veel moeite. Het testverbruik was namelijk een prima 1:15,4. Bovendien valt op dat het acceleratievermogen sterk is, maar dat het stopvermogen dat ook is. De remmen voelen lekker bijterig aan en vertragen erg goed.
Tot slot het allergrootste nadeel aan de GT en dat is zijn overzichtelijkheid. Of beter gezegd: het ontbreken daarvan. De auto is op geen enkele manier in te schatten. Waar de voorkant eindigt is met geen mogelijkheid te bepalen en de achterkant is zo mogelijk nog minder goed te ontdekken. Hoe je de spiegels ook afstelt: inparkeren blijft behoorlijk gokken en ik was dan ook blij dat de testauto voorzien was van parkeersensoren. Deze auto heeft ze keihard nodig om het mooie blik niet te beschadigen.