Alles went
Na elke twee krukasomwentelingen heb je de helft minder arbeidsslagen dan bij een vierpitter en dat heeft gevolgen voor de laufkultur en de vermogensopbouw. Om te beginnen is het motorgeluid lager van frequentie waardoor je als ervaren viercilinderrijder eigenlijk niet op het gehoor kunt schakelen. Door het weglaten van twee cilinders blijft ook de nodige interne weerstand (compressie en wrijving) achterwege, de TwinAir maakt makkelijk en graag toeren. Het is overigens ook wel zaak om de tweepitter boven de tweeduizend toeren te houden, daaronder is de reactie op het gaspedaal niet bijster vlot en wordt het blokje flink brommerig.
De Punto is met zijn 1.065 kilo voorlopig de zwaarste auto die door een TwinAir wordt voortbewogen, maar het motortje doet het met verve. Fiat voorziet de Punto TwinAir standaard van een zesbak waarmee de auto vlot tempo maakt. De eerste versnelling is wel aan de lange kant, om soepel en vlot weg te rijden moeten de linker- en rechtervoet goed kunnen samenwerken. En ben je gewend om linkerbochten in de derde versnelling te nemen, dan is het in de TwinAir zaak om toch terug te schakelen naar de tweede, omdat het toerental zo onder de 1.500 duikt. Het vergt enige tijd - wellicht een paar weken - om aan het laagfrequente motorgeluid te wennen. Niet dat het heel raar klinkt, maar je moet er vooral op letten om tijdig te schakelen. Het is verleidelijk om af en toe lekker in toeren door te trekken omdat het motortje heel vermakelijk klinkt.
In het interieur is het motorgeluid overigens keurig gedempt, wanneer je boven de 3.500 toeren komt is het geluid wat nadrukkelijker aanwezig, maar bij 120 km/u blijft het motorgeluid mooi op de achtergrond. De trillingen bij stationair toerental zijn in het passagierscompartiment slechts op de achtergrond waarneembaar. De TwinAir heeft weinig moeite om de Punto op snelheid te brengen en bovendien is de Punto aangenaam soepel geveerd. We hebben voornamelijk op een netwerk van bochtige binnenwegen gereden, van wisselende kwaliteit. De vering en demping van de Punto zijn plezierig afgestemd, net als het zitmeubilair is het onderstel wat zachter afgestemd dan bij zijn directe concurrenten en daarvoor verdient Fiat lof. De Punto is comfortabel, zonder zweverig te worden, en leent zich ook prima voor een lekker stukje sturen. De besturing is licht en direct, iets meer feedback zou voor de echte stuurlui welkom zijn, maar dit is waarschijnlijk ook te ondervangen door de velgen een maatje groter te nemen.