Zo had het moeten zijn
Toen wij in 2010 voor het eerst kennismaakten met de Duster, viel de kwaliteit van het interieur ons in negatieve zin op. Qua ruimte zat het wel snor, maar afwerking, materiaalgebruik en isolatie kregen van ons geen voldoende. Wat materiaalgebruik betreft is het beter geworden, maar daar is ook alles mee gezegd. Hard plastic is wat de klok slaat, maar het geheel ziet er wel een stuk beter uit door de hoogwaardigere looks van het gebruikte kunststof. Vooral de afwerking is naar een hoger plan getild, waarbij - buiten wat klein missers als onafgedekte schroeven - alles prima in elkaar steekt. Opvallend is de fraaie stoffen bekleding van de portieren. Ook op klinkerweggetjes hoor je geen enkel rammeltje of kraakje. Omdat Dacia het magazijn van moederbedrijf Renault kan gebruiken, is ook het bekende multimediasysteem in de Duster gemonteerd. Het gebruiksgemak is gelijk aan dat van de rest van de modellen waar we het al in zagen - zoals de Clio - maar de plaatsing is wat ongelukkig. Nu moet je je blik te ver van de weg afwenden om de kaart van de navigatie te zien. Plaatsing op de plek van het opbergvak boven op het dashboard was een stuk ergonomischer geweest.
Ruimte was één van de grote voordelen van de Duster. Nog steeds is de auto van binnen bovengemiddeld ruim. Voor- en achterin zit je ruim en ook de bagageruimte is met 475 liter op het niveau van een klasse hoger. Dat de stoelen in het verleden niet al te beste zitkwaliteiten hadden, is enigszins opgelost met het plaatsen van ander meubilair. Op lange stukken kom je nu uitgerust uit de auto, maar verwacht geen goede zijdelingse steun bij bochtenwerk. Hoewel de auto niet uitnodigt tot stevig 'hoeken', zouden wat stevigere wangen van de rugleuning niet misstaan. Nu glij je van links naar rechts op bochtige wegen of op op- en afritten van de snelweg. In de schappen van Renault zijn betere stoelen te vinden lijkt ons.