Mist sportiviteit
Van een uitvoering met de naam Sport verwacht je ook op rijgebied het een en ander. Een straffere demping, directer stuurgedrag of verbeterde remmen bijvoorbeeld. Fiat denkt daar duidelijk anders over. De Punto Evo 1.4 Turbo Sport is met een sprint van nul naar 100km/h in 8,5 tellen een best rappe auto, maar daarmee is ook bijna alles gezegd. Het onderstel en de stuurinrichting verschillen niet van de minder bedeelde modellen en kunnen daardoor slechts ten dele aan de hoge verwachtingen voldoen. Dat wil overigens niet zeggen dat de Punto slecht rijdt, integendeel, maar echt sportief is het niet. De demping mist stugheid en de besturing weerstand. Deze is nog best direct, maar helaas ook zonder geactiveerde 'City'-stand te licht en gevoelloos. In snel genomen bochten rolt de Punto te sterk over zijn lengteas en bij grotere oneffenheden slaat de vering vaak tot aan de aanslagrubbers door. Dit op comfort afgestemde karakter maakt van de Punto Evo veeleer een rappe gran turismo dan serieuze hot hatch.
Want snel is de Turbo Sport wel. Zoals eerder aangestipt levert het turboblok 135pk en 206Nm. Laag in de toeren merk je wel dat het slechts om een 1.4 liter viercilinder gaat. Tot aan 1.800 toeren levert de turbo namelijk te weinig laaddruk om moeiteloos te versnellen. Ook de reactie op het gaspedaal is dan, ondanks de innovatieve MultiAir technologie, niet optimaal. Er zit een duidelijk merkbare vertraging in die typerend is voor een geblazen motorblok. Ook bij hogere toerentallen verdwijnt dit euvel niet helemaal, wel weet het blokje dan te overtuigen met een lekker smeuïg koppel. Tussenacceleraties worden daardoor rap afgelegd en door de goede spatiëring van de vijfbak is terugschakelen slechts zelden nodig. Op de snelweg mis je wel een zesde verzet, bij 120km/h draait de motor net geen 3.000 toeren. Een testverbruik van 6,7 liter per 100 kilometer is lang niet slecht, de ervaring leert bovendien dat met een rustiger rijstijl daar meer uit te halen is.